FLO
Geschreven door Miep Zielhuis
Kenmerken
Genre & Stijl
Tragikomedie
Duur
Onbekend
Rollen
Onbekend
Spelers
Onbekend
Rolverdeling
3 vrouwen, 2 mannen
Leeftijd doelgroep
Onbekend
Over deze tekst
Eerste opvoering
Nog geen eerste opvoering
In het kort / Thematiek / Logline
Samenvatting
Fragment
Scéne 1
Henco
O, ja Nico, we gingen samen op jongenskoor, belijdeniscatechesatie, de jongelingenvereniging. We zaten achter dezelfde meiden aan. Alles deden we samen. Bij hem thuis
gingen we grasduinen in de bibliotheek van zijn vader en dan ging Nico op het orgelkrukje staan en declameerde hele stukken uit stemmen des Heils van Johannes de Heer. Dan deed hij zijn vader na op de kansel in de kerk: “Een zondig begeren,” zei hij dan “Kampt in mijn lichaam met s’hoogsten gebod. Leer door Uw dood mij de zonde overwinnen.”
Trui
Je weet het allemaal nog.
Henco
“Leidt in Uw paden mijn lusten en zinnen.” En dan vroegen wij aan zijn vader wat dat Allemaal betekende, en dan kregen we van hem een boekje over: “Jongens vragen en meisjes vragen.” De meisjes moesten hun tabernakeltje beschermen, hun voorhofje rein houden en niemand toelaten tot hun Heilige der Heilige.
Trui
Nicolaas is anders wel in mijn voorhofje geweest.
Henco
Ja en opeens zat Trui in de kerk, het knappe wichtje uit de grote stad. Nico en ik werden allebei smoor op haar. Een kop vol pijpenkrullen en een smoeltje om op te vreten. En een lijfje, een wespentaille, zoooo dun.
Elena
Vramjeska is nog geel moojij gjeen wjonder gop gop gedjaan met Nico.
Henco
Wat heb jij gedaan Trui.
Trui
Hop hop Nico.
Henco
Wat hop hop
Trui
Met Nico, hij is in mijn voorhofje geweest, weet je wel?
Henco
Potverdomme dus toch. Als ik het niet dacht. De smeerlap, hij zei tegen mij ga jij maar eerst. Als jij haar niet neemt dan neem ik haar. De vieze vuile leugenaar. Wij hadden geen geheimen voor elkaar. We waren boezemvrienden, en nou hebben we ook nog dezelfde boezem gedeeld, ha ha ha.
Scéne 2
Florence
Nu doe je het weer. FLO, FLO FLO, IK BEN GEEN ONGEDIERTE. Iedereen noemt mij Florence, mijn vriendinnen Hilda en Marieke, de hockeyvereniging het hele vrouwendispuut Femke’s Last. Behalve mijn eigen moeder. Mijn hele jeugd hoor ik niets anders dan Flo doe dit en Flo doe dat. Ik heet godverdomme Florence…..FLORENCE!!!!!!!
Henco
Wat is Femkes Last?
Jeremia
Net zoiets als Afke’s tiental maar dan zonder loungen in de bedstee.
(Elena gaat rond met de theepot)
Florence
Elena geef maar hier, theeschenken doet de echte dochter.
Jeremia
Ze is vast bij pa en ma in een dienstje.
Florence
Nee Jeremia, ze behandelen haar als hun kind.En het ergste is ze behandelen haar zoals een liefhebbende ouder behoort te doen! Nu zuigt Elena alle aandacht op die aan ons toebehoorde. (stilte) En trouwens hoe komt ze aan al die mooie kleren, wij liepen vroeger in jute zakken. Een asielzoekster hoort geen mooie kleren te hebben.
Jeremia
Ze is helemaal te mooi voor een asielzoekster. In het chor zou ze als sidekick niet misstaan.
Trui
Ach, die kleren kostte haast niks, in de uitverkoop. Hier en daar wat licht beschadigd.
Florence
Net als wij. Waarom kan het nu opeens wel. We kregen vroeger helemaal niks, zelfs geen speelgoed. Dat ene popje wat ik van het leger des Heils had gekregen was zo maar weg, waar is dat gebleven?
Henco
Dat lelijke ding! Dat hebben we begraven in de tuin. Je geeft een kind toch geen zwarte pop!
Trui
Nee dat was de marmot.
Henco
O, ja Nico, we gingen samen op jongenskoor, belijdeniscatechesatie, de jongelingenvereniging. We zaten achter dezelfde meiden aan. Alles deden we samen. Bij hem thuis
gingen we grasduinen in de bibliotheek van zijn vader en dan ging Nico op het orgelkrukje staan en declameerde hele stukken uit stemmen des Heils van Johannes de Heer. Dan deed hij zijn vader na op de kansel in de kerk: “Een zondig begeren,” zei hij dan “Kampt in mijn lichaam met s’hoogsten gebod. Leer door Uw dood mij de zonde overwinnen.”
Trui
Je weet het allemaal nog.
Henco
“Leidt in Uw paden mijn lusten en zinnen.” En dan vroegen wij aan zijn vader wat dat Allemaal betekende, en dan kregen we van hem een boekje over: “Jongens vragen en meisjes vragen.” De meisjes moesten hun tabernakeltje beschermen, hun voorhofje rein houden en niemand toelaten tot hun Heilige der Heilige.
Trui
Nicolaas is anders wel in mijn voorhofje geweest.
Henco
Ja en opeens zat Trui in de kerk, het knappe wichtje uit de grote stad. Nico en ik werden allebei smoor op haar. Een kop vol pijpenkrullen en een smoeltje om op te vreten. En een lijfje, een wespentaille, zoooo dun.
Elena
Vramjeska is nog geel moojij gjeen wjonder gop gop gedjaan met Nico.
Henco
Wat heb jij gedaan Trui.
Trui
Hop hop Nico.
Henco
Wat hop hop
Trui
Met Nico, hij is in mijn voorhofje geweest, weet je wel?
Henco
Potverdomme dus toch. Als ik het niet dacht. De smeerlap, hij zei tegen mij ga jij maar eerst. Als jij haar niet neemt dan neem ik haar. De vieze vuile leugenaar. Wij hadden geen geheimen voor elkaar. We waren boezemvrienden, en nou hebben we ook nog dezelfde boezem gedeeld, ha ha ha.
Scéne 2
Florence
Nu doe je het weer. FLO, FLO FLO, IK BEN GEEN ONGEDIERTE. Iedereen noemt mij Florence, mijn vriendinnen Hilda en Marieke, de hockeyvereniging het hele vrouwendispuut Femke’s Last. Behalve mijn eigen moeder. Mijn hele jeugd hoor ik niets anders dan Flo doe dit en Flo doe dat. Ik heet godverdomme Florence…..FLORENCE!!!!!!!
Henco
Wat is Femkes Last?
Jeremia
Net zoiets als Afke’s tiental maar dan zonder loungen in de bedstee.
(Elena gaat rond met de theepot)
Florence
Elena geef maar hier, theeschenken doet de echte dochter.
Jeremia
Ze is vast bij pa en ma in een dienstje.
Florence
Nee Jeremia, ze behandelen haar als hun kind.En het ergste is ze behandelen haar zoals een liefhebbende ouder behoort te doen! Nu zuigt Elena alle aandacht op die aan ons toebehoorde. (stilte) En trouwens hoe komt ze aan al die mooie kleren, wij liepen vroeger in jute zakken. Een asielzoekster hoort geen mooie kleren te hebben.
Jeremia
Ze is helemaal te mooi voor een asielzoekster. In het chor zou ze als sidekick niet misstaan.
Trui
Ach, die kleren kostte haast niks, in de uitverkoop. Hier en daar wat licht beschadigd.
Florence
Net als wij. Waarom kan het nu opeens wel. We kregen vroeger helemaal niks, zelfs geen speelgoed. Dat ene popje wat ik van het leger des Heils had gekregen was zo maar weg, waar is dat gebleven?
Henco
Dat lelijke ding! Dat hebben we begraven in de tuin. Je geeft een kind toch geen zwarte pop!
Trui
Nee dat was de marmot.
Andere theaterteksten
Van Miep Zielhuis
STIMPSTAMP
4-5 v, 3-4 m
Persoonlijke ontwikkelingsachterstanden en rolwisselingen maken een gesloten rigide gezin tot een onontwarbare kluwen. Voor alle betrokkenen is het onmogelijk zich hieruit te bevrijden. Door de naderende jaren-60 tijdgeest ontstaat een generatiekloof dat ontaardt in een strijd op leven en dood.
STIMPSTAMP
4-5 v, 3-4 m
Eenvoudige huisvrouw is 30 jaar getrouwd met een man die vanwege zijn werk weinig thuis is. Onder het mom van het ideale gezin met liefhebbende moedere eist de noodlijdende vrouw op straffe des doods dat de gezinsleden er voor haar moeten zijn. Dit gaat ten koste van de persoonijke ontwikkeling van haar drie kinderen die hun achterstand ieder op hun eigen wijze profileren. De oudste dochter probeert het huis nog uit te komen door te trouwen met de man die haar moeder adoreert. De middelste zoon is beroepsmilitair en woont nog steeds thuis omdat hij en zijn moeder niet zonder elkaar kunnen hetgeen de partnerkeuze van de zoon bemoeilijkt. De jongste dochter, een nakomertje, wendt achterlijkheid voor om moeder gelukkig te maken door voor altijd bij haar te blijven. De vader wordt door moeder gezien als een soort van levensverzekering en kan hem niet bieden wat je van een echtgenote mag verwachten. Daardoor raakt hij aan de drank en verlegt zijn sexuele aandacht naar zijn toch al niet weerbare jongste dochter. Door subtiele manipulaties transformeert moeder zich tot een onmisbare spil van het gezin. Deze worden grimmiger naarmate haar kroost het nest dreigt te verlaten. Met ogenschijnlijke details, zoals het breien van een overgooier en het drinken van bananenlikeur, bedenken alle leden van dit gezin, binnen dit verstikkkende, bekrompen en provinciaals milieu, hun eigen overlevingsstrategie. Als rode draad, dwars door het geheel, loopt de cultuuromslag van de jaren 50 naar de jaren 60.