Winterslaap
Geschreven door Heleen Verburg
MOEDER
JAAP (de dochter van ongeveer 11 jaar)
HET MEISJE
DE MAN
DE VERTELLER
(De oorspronkelijke bezetting bestond uit twee aktrices en één akteur. De rollen van het meisje, de man, en de verteller waren dubbelrollen.)
HET STUK SPEELT ZICH AF IN EEN HOL. HET IS EEN AFGESLOTEN, DONKERE RUIMTE. DE DEUR BEVINDT ZICH (ONZICHTBAAR) ONDER OF ACHTER HET BED VAN DE OUDERS. HET BED STAAT RECHTOP.
AAN JAAP IS NIET DUIDELIJK TE ZIEN OF HET EEN JONGEN OF EEN MEISJE IS. ER IS NIET VEEL IN HET HOL, MAAR ZE HEEFT ÉÉN GROTE VRIEND: BRONCHITUS, DE WANDELENDE TAK.
DE MUZIEK-AANDUIDINGEN IN DE TEKST VERWIJZEN NAAR DE GELIJKNA¬MIGE GEDEELTEN IN DE PARTITUUR EN/OF OP DE ORKESTBAND
SCENE 1
VERTELLER:LANG GELEDEN, MAAR OOK WEER NIET ZO LANG, LEEF¬DE ER EEN, HOE ZAL IK HET NOE¬MEN, EEN KIND. HET HAD ALLES WAT JE JE NIET WENSEN ZOU EN NOG VEEL MEER.
(Op het toneel wordt een ondefinieerbaar hoopje zichtbaar dat af en toe heel weinig beweegt. Vader en moeder liggen in bed.)
MUZIEK: OPENING
va.+ mo.:(zingen)oooooo nachthemd
je bent een prachthemd
met je roesjes, je randjes
en je koddige kantjes
je bent voor mij bestemd
dag nachthemd
zo'n zacht hemd
dag nachthemd
moeder:Slapen we nog?
vader:Als een blok.
moeder:Heerlijk hè.
vader:Niks in je hoofd.
moeder:Niks aan de hand. In bed gebeuren toch de beste dingen.
Hoe laat is het?
vader:November.
moeder:November? Is het pas november? Kunnen we nog vier maanden blijven
liggen.
vader:Lieverd, winters zijn eindeloos. Ons kan niks gebeuren.
moeder:Niks?
vader:Niks?
moeder:Waar is Jaap?
vader:Waar is Jaap?
moeder:Ik zie Jaap niet.
vader:Ik zie Jaap niet.
Hij moet er zijn.
moeder:Ze moet er zijn.
vader:Wat moeten we doen?
va + mo:Help help, ze zien ons.
Jaap:Waar is Jaap, waar is Jaap.
Ik zie Jaap niet, ik zie Jaap niet.
Hij moet er zijn, ze moet er zijn.
Wat moeten we doen? Help help, ze zien ons.
vader:Godzijdank. Hij is er nog.
moeder:Natuurlijk is ze er nog.
Heb je ooit zo'n lelijk kind gezien?
vader:Toen ik klein was, had ik wratten.
moeder:En dat vertel je nu pas?
vader:Maar ze zijn weg.
moeder:Ze komen terug.
vader:Ze komen terug?
moeder:Wratten komen altijd terug.
Ze achtervolgen je.
vader:Ze zaten op mijn neus en op mijn oren.
moeder:Waar zullen ze dan wel niet zitten als ze te¬rug¬komen?
vader:Ik geloof dat ik al wat voel.
moeder:Op mij natuurlijk. Ze komen op mij terug.
vader:MIjn god, ze zijn gek.
moeder:En niet te vertrouwen.
vader:In de zomer worden we wakker
moeder:en dan zitten ze overal.
vader:Op mijn buik.
moeder:En op mijn billen.
vader:En wat moeten we dan?
moeder:En wat moeten we dan?
vader:En wat moeten we .....
Jaap:Je moet wratten wegwrijven met een verse aard¬appelschil.
moeder:Schat, kom in mijn armen.
VERTELLER:DE OUDERS WAREN ERG GELUKKIG MET JAAP.
moeder:Kind,
VERTELLER:ZEI MOEDER ALTIJD,
moeder:we zouden je nooit zomaar alleen laten.
vader:Nee, nooit.
moeder:Nee Jaap, je bent ons dekbed.
VERTELLER:EN JAAP WAS ERG GELUKKIG MET HAAR, ZIJN OUDERS. AF EN TOE ALS VADER EN MOEDER NOG WAKKER WAREN, VERTELDEN ZE JAAP OVER VROEGER. DIE LUISTERDE HEEL STIL EN BRONCHITUS WERD DAN ALTIJD ROOD VAN DE OPWINDING. WANDELENDE TAKKEN ZEGGEN NIET VEEL, MAAR ZE HEBBEN ERG GOEDE OREN.
vader:Kijk Jaap, het zit zo. Vroeger waren je moeder
moeder:en ik
vader:helemaal niet gelukkig.
moeder:Helemaal niet.
vader:Dus we verhuisden.
moeder:Want dat doe je als je niet gelukkig bent.
vader:En toen kwamen we hier,
moeder:en toen kregen we jou,
vader:om voor ons te zorgen.
moeder:En toen waren we weer heel gelukkig.
vader:Einde.
moeder:Verrukkelijk, kom hier. (omhelzing)
VERTELLER:HET WAS EEN GOED HOL. JAAP WAS ER GEBOREN EN HIJ, ZE KENDE HET DOOR EN DOOR. MAAR VADER EN MOEDER ZEIDEN DAT ER VAN ALLE KANTEN GEVAAR DREIGDE. ALTIJD.
moeder:Jaap, je vader
vader:en ik
moeder:houden verschrikkelijk veel van je en daarom krijg je van ons
vader:een wekker.
moeder:Dank je wel papa.
Jaap:Dank je wel papa.
vader:Nee, geen dank. Het is niks.
moeder:We hebben hem gevonden.
vader:Hij was van ons.
moeder:En nu is hij voor jou.
Dan weten we tenminste zeker dat jij wakker blijft en wij niet.
vader:En als dat goed gaat, dan stoppen we met de winterslaap.
moeder:Ja, dat is dan niet meer nodig.
vader:Nee, dan blijven we lekker het hele jaar in bed.
moeder:Truste Jaap.
vader:Welterusten.
Andere theaterteksten
Van Heleen Verburg
'Vaders en eieren' is een humoristische en poëtische eenakter. Een bedrieglijk simpel verhaaltje (een man en een vrouw worden verliefd en krijgen een ei) is de basis voor een stuk met een filosofisch thema’s als 'waar ben je voor je geboren wordt' en 'ben je voorbestemd om bepaalde ouders te hebben'. Een stuk vol onverwachte wendingen voor zowel kinderen als volwassenen.
Een man en een vrouw. Zij is tijdens de ramp haar dochtertje verloren, hij heeft indertijd als verantwoordelijke “verkeerd” gehandeld, en daardoor is een heel dorp ondergelopen. 50 jaar na de ramp ontmoeten ze elkaar bij een allang opgeheven bushalte.
Katharina Katharina wordt op een dag zo stampend kwaad over alle onrechtvaardigheid in haar leven dat ze door de vloer heen zakt en in een levend Ganzenbord belandt. Daar ontmoet ze de merkwaardigste figuren en zigzagt ze door haar eigen leven. Een fantasierijk droomcomplot, waarin niemand in een vakje past en iedereen wil winnen.
Absurd drama over een directrice van een nietjesfabriek die haar hele leven heeft gewerkt om de top te bereiken, maar die uiteindelijk het geluk niet heeft kunnen vinden. Ze besluit letterlijk haar hele hebben en houden uit het raam te gooien en maakt daarbij gebruik (of misbruik) van de ongekende fysieke mogelijkheden van een van haar arbeiders.
Een eigentijdse en eigenwijze versie van het overbekende sprookje. Petemoei mag dan kunnen toveren maar ze verlangt van Assepoes dat die er zelf ook wat voor doet voordat ze uiteindelijk nog lang en gelukkig mag leven met haar prins. Een ritmisch, humoristisch en lichtironisch stuk voor jong en oud over het geloven in en najagen van je dromen.
“De Dikke van Dale” geeft een kijkje in het hoofd van Johan Hendrik van Dale (1828-1872), de maker van het woordenboek, terwijl hij op zijn sterfbed ligt met ijlkoorts. Hij wordt omringd door zijn steeds weer zwangere vrouw, die hij opnieuw ten huwelijk vraagt aan de voet van zijn standbeeld in Sluis. Een mysterieuze man komt als doodsengel op bezoek en overbrugt de 19de eeuw naar het nu. Dat kan omdat "tijd niet bestaat in het onvergankelijke". Het leidt vaak tot komische situaties met absurd geestige woordspelingen.
Een groep jongeren heeft het plan opgevat om Richard III van Shakespeare op te gaan voeren. Gaandeweg krijgt het stuk hen zo in de greep dat toneel en werkelijkheid door elkaar heen gaan lopen. Een stuk over verwarring en rivaliteit.
Als de koning en de koningin een dochter krijgen lijkt hun geluk geen einde te kennen. Maar de koningin overlijdt als het meisje dertien is en de koning kan zijn verdriet niet te boven komen. In zijn wanhoop vraagt hij zijn dochter ten huwelijk maar het meisje weigert.
Twee broers, Kruk en Guichel, bevinden zich al 70 jaar op dezelfde plek. Hun dode moeder bindt hen aan die plek en daarom willen of durven ze er niet weg. Elke dag opnieuw proberen ze samen de eenzaamheid te verdrijven.
Twee vrouwen bevinden zich in hun oude klaslokaal. Vrouw B heeft een pijnlijke huidziekte waarvoor ze elke drie uur behandeld wordt door vrouw A. Er ontrolt zich een geschiedenis over verlangen en verstikkende vriendschap.
Alfred en Johannes werken al hun hele leven in een machine. Ze hebben geen idee waar die machine voor dient. Opeens heeft Johannes er genoeg van en hij wil weg, maar dat heeft grotere gevolgen dan hij had kunnen voorzien.
Een meisje staat bewegingsloos naast haar moeder. Ze ontploft bijna maar haar moeder wil niks van haar horen. Er komt een veger langs die zich afvraagt of het meisje dood is.
Een jongen en een meisje ontmoeten elkaar op het platte dak van een huis ergens in een verre vreemde stad. Ze worden verliefd op elkaar maar dat mag niet omdat hun families teveel verschillen. Daarom spelen ze samen hun gedroomde wereld.
Veerman Kommer vindt alles vervelend. Hij brengt mensen naar de overkant en weer terug, hij eet zijn brood en leest zijn krant, maar verder….blehhhh. Totdat hij op een dag ontdekt dat zijn krant leeft en dat lege potjes eigenlijk volle potjes zijn.
De Een en de Ander besluiten weg te gaan. De Rest blijft alleen achter. Maar willen ze wel echt iets nieuws?
Een vijfling zit al bijna hun hele leven te wachten voor de deur van hun ouderlijk huis. Hun moeder heeft hen ooit de deur uitgezet maar ze geven de hoop niet op ooit weer eens te worden binnen gelaten.
Drie broers hebben hun hele levenlang in een houtzagerij gewerkt. Het bedrijf is onder hun handen, maar met veel ruzie en geharrewar, groot geworden. Als twee van de broers in dezelfde week overlijden, blikt de derde terug op hun leven.