Broederlief of de tragische geschiedenis van Lodewijk Napoleon in Holland
Geschreven door Tom Sijtsma
Kenmerken
Genre & Stijl
Drama/toneelspel, Tragikomedie
Duur
Onbekend
Rollen
Onbekend
Spelers
Onbekend
Rolverdeling
1-3 vrouwen, 3-6 mannen
Leeftijd doelgroep
Onbekend
Over deze tekst
Eerste opvoering
Nog geen eerste opvoering
In het kort / Thematiek / Logline
Een combinatie van enerverend koningsdrama en actuele problematiek vormt het uitgangspunt voor een voorstelling over Lodewijk Napoleon, de eerste koning van Holland: het verhaal van een immigrant die verscheurd wordt tussen twee culturen. <br/>
Samenvatting
In 2006 was het exact 200 jaar geleden dat Lodewijk Napoleon, de broer van keizer Napoleon Bonaparte, de eerste koning van Holland werd. Zijn geschiedenis laat zich lezen als een spannend Shakespeariaans koningsdrama vol overspel, hofintriges, spionage en machtstrijd, maar daarnaast vertoont zijn verhaal opvallende en indringende parallellen met de actuele thematiek van immigranten in Nederland die klem komen te zitten tussen tegenstrijdige waarden en identiteiten.
Fragment
NAPOLEON
Luigi!
LODEWIJK
(verbaasd) Napoleon!
En Joséphine….?!
JOSÉPHINE
Louis, lieve schat!
Kijk nou toch, sta je in het water?
Ben je niet lekker? Ben je aan het kuren?
Zijn het geneeskrachtige baden?
Heb je die hier?
NAPOLEON
Hé, Koning van Holland!
De broers stoeien met elkaar en omhelzen elkaar.
NAPOLEON
(wijst om zich heen) Zie je nou wel dat het een goed idee was! Ik zei het je toch?
LODEWIJK
Wat leuk dat je er bent!
(beleefd) Dat jullie er zijn.
Lodewijk en Joséphine wisselen beleefd een kus.
LODEWIJK
(tegen Napoleon) Komen jullie uit Parijs?
JOSÉPHINE
Nee, we moesten even naar Duitsland. Wat dingen regelen.
We waren in Würzburg. Heet het zo?
NAPOLEON
Württtemberg.
JOSÉPHINE
Württtemberg.
Enig, maar heel Duits!
Waar is Hortense? Zeker aan het dansen!
NAPOLEON
Ik hoorde dat in Rotterdam het volk stond te juichen bij je intocht!
Chapeau, man.
LODEWIJK
(trots) Ja…
NAPOLEON
Ik wist dat ze jou zouden vreten, broertje.
Maar pas op, hè, niet te familiair. Laat zien wie de baas is!
LODEWIJK
(gespeeld verveeld) Jahááá.
NAPOLEON
Je hebt al een ministersploeg, mooi man. Mooi!
Luister, wij moeten even de kwestie Engeland bespreken.
JOSÉPHINE
Hè wat ongezellig, moet dat nu?
Ik wil eerst weten hoe het met de kinderen is.
Gaat het goed? Ik hoorde zo’n raar verhaal.
Dat hun gouvernante weer terug is in Parijs.
LODEWIJK
Ze hebben nu een Hollandse
JOSÉPHINE
Een Hollandse gouvernante?
Bestaat dat?
Gaat het wel goed met de jongens?
LODEWIJK
Zo gezond als vissen.
JOSÉPHINE
Vissen? Dat klinkt niet echt gezond.
Ik mis ze zo ontzettend.
Jullie moeten snel weer eens thuis komen.
Of anders Hortense en de kinderen.
Ik vind het maar eng, zo’n vreemd land.
NAPOLEON
Kom op. We zijn in de buurt.
JOSEPHINE
In de buurt!
Hou toch op.
Het is hier het einde van de wereld.
LODEWIJK
Echt. Vlak in de buurt.
JOSEPHINE
Ach, jullie! Twee handen op één buik.
NAPOLEON
Nou, ga jij Hortense zoeken, dan kun je haar nog net even spreken.
Heb ik de tijd om met Louis wat zaken door te nemen.
JOSEPHINE
Altijd haast die man.
Ik zie je zo nog wel even.
Joséphine af met bewaking.
LODEWIJK
Moeten jullie zo snel weer weg?
NAPOLEON
Ik heb wat gedoe in Spanje. Komt wel goed.
Wij moeten het even over Engeland hebben.
Onze vloot is niet opgewassen tegen die van George de Derde.
Zo lang dat aan de hand is – en dat is nog wel even zo - moeten we het anders aanpakken: een economische boycot!
LODEWIJK
Hoe bedoel je?
NAPOLEON
We gooien de Europese grenzen dicht.
We isoleren die azijnpisser. In zijn eentje maakt hij niks!
LODEWIJK
Maar Holland is afhankelijk van de handel.
NAPOLEON
Dan handel je met andere landen.
Maar niet met Engeland.
LODEWIJK
Dat kost heel veel geld.
NAPOLEON
Die Hollanders zijn stinkend rijk.
LODEWIJK
Dat valt tegen hoor, als je de boeken bekijkt.
Het land is bijna failliet.
NAPOLEON
Failliet, kom zeg!
LODEWIJK
De kas is leeg.
Ik krijg nog geld. Frankrijk heeft hier geld geleend.
NAPOLEON
Van Schimmelpenninck.
Maar die is er niet meer.
Holland is nu een koninkrijk.
LODEWIJK
Ja - ?
NAPOLEON
Je kunt niet op mijn zak blijven teren.
Je moet je eigen geldzaken regelen.
Je hebt toch ook een Hollandse munt bedacht, of zoiets?
In plaats van al dat streekgeld. Da’s heel goed.
LODEWIJK
Hoe weet jij dat?
NAPOLEON
Is ook makkelijker met de belastingen.
Zorg je wel dat je eigen kop erop komt, op dat geld.
Jij bent hier de baas.
Dat geldt ook voor de handel!
LODEWIJK
Napoleon, ik weet het nog niet.
NAPOLEON
Hé! Ik wil geen gezeur!
Ik heb genoeg aan mijn kop.
LODEWIJK
Ik zal kijken wat ik kan doen.
NAPOLEON
(grijpt Lodewijk vast)
Jij! Jij bent de baas!
LODEWIJK
Ik ben de baas.
Luigi!
LODEWIJK
(verbaasd) Napoleon!
En Joséphine….?!
JOSÉPHINE
Louis, lieve schat!
Kijk nou toch, sta je in het water?
Ben je niet lekker? Ben je aan het kuren?
Zijn het geneeskrachtige baden?
Heb je die hier?
NAPOLEON
Hé, Koning van Holland!
De broers stoeien met elkaar en omhelzen elkaar.
NAPOLEON
(wijst om zich heen) Zie je nou wel dat het een goed idee was! Ik zei het je toch?
LODEWIJK
Wat leuk dat je er bent!
(beleefd) Dat jullie er zijn.
Lodewijk en Joséphine wisselen beleefd een kus.
LODEWIJK
(tegen Napoleon) Komen jullie uit Parijs?
JOSÉPHINE
Nee, we moesten even naar Duitsland. Wat dingen regelen.
We waren in Würzburg. Heet het zo?
NAPOLEON
Württtemberg.
JOSÉPHINE
Württtemberg.
Enig, maar heel Duits!
Waar is Hortense? Zeker aan het dansen!
NAPOLEON
Ik hoorde dat in Rotterdam het volk stond te juichen bij je intocht!
Chapeau, man.
LODEWIJK
(trots) Ja…
NAPOLEON
Ik wist dat ze jou zouden vreten, broertje.
Maar pas op, hè, niet te familiair. Laat zien wie de baas is!
LODEWIJK
(gespeeld verveeld) Jahááá.
NAPOLEON
Je hebt al een ministersploeg, mooi man. Mooi!
Luister, wij moeten even de kwestie Engeland bespreken.
JOSÉPHINE
Hè wat ongezellig, moet dat nu?
Ik wil eerst weten hoe het met de kinderen is.
Gaat het goed? Ik hoorde zo’n raar verhaal.
Dat hun gouvernante weer terug is in Parijs.
LODEWIJK
Ze hebben nu een Hollandse
JOSÉPHINE
Een Hollandse gouvernante?
Bestaat dat?
Gaat het wel goed met de jongens?
LODEWIJK
Zo gezond als vissen.
JOSÉPHINE
Vissen? Dat klinkt niet echt gezond.
Ik mis ze zo ontzettend.
Jullie moeten snel weer eens thuis komen.
Of anders Hortense en de kinderen.
Ik vind het maar eng, zo’n vreemd land.
NAPOLEON
Kom op. We zijn in de buurt.
JOSEPHINE
In de buurt!
Hou toch op.
Het is hier het einde van de wereld.
LODEWIJK
Echt. Vlak in de buurt.
JOSEPHINE
Ach, jullie! Twee handen op één buik.
NAPOLEON
Nou, ga jij Hortense zoeken, dan kun je haar nog net even spreken.
Heb ik de tijd om met Louis wat zaken door te nemen.
JOSEPHINE
Altijd haast die man.
Ik zie je zo nog wel even.
Joséphine af met bewaking.
LODEWIJK
Moeten jullie zo snel weer weg?
NAPOLEON
Ik heb wat gedoe in Spanje. Komt wel goed.
Wij moeten het even over Engeland hebben.
Onze vloot is niet opgewassen tegen die van George de Derde.
Zo lang dat aan de hand is – en dat is nog wel even zo - moeten we het anders aanpakken: een economische boycot!
LODEWIJK
Hoe bedoel je?
NAPOLEON
We gooien de Europese grenzen dicht.
We isoleren die azijnpisser. In zijn eentje maakt hij niks!
LODEWIJK
Maar Holland is afhankelijk van de handel.
NAPOLEON
Dan handel je met andere landen.
Maar niet met Engeland.
LODEWIJK
Dat kost heel veel geld.
NAPOLEON
Die Hollanders zijn stinkend rijk.
LODEWIJK
Dat valt tegen hoor, als je de boeken bekijkt.
Het land is bijna failliet.
NAPOLEON
Failliet, kom zeg!
LODEWIJK
De kas is leeg.
Ik krijg nog geld. Frankrijk heeft hier geld geleend.
NAPOLEON
Van Schimmelpenninck.
Maar die is er niet meer.
Holland is nu een koninkrijk.
LODEWIJK
Ja - ?
NAPOLEON
Je kunt niet op mijn zak blijven teren.
Je moet je eigen geldzaken regelen.
Je hebt toch ook een Hollandse munt bedacht, of zoiets?
In plaats van al dat streekgeld. Da’s heel goed.
LODEWIJK
Hoe weet jij dat?
NAPOLEON
Is ook makkelijker met de belastingen.
Zorg je wel dat je eigen kop erop komt, op dat geld.
Jij bent hier de baas.
Dat geldt ook voor de handel!
LODEWIJK
Napoleon, ik weet het nog niet.
NAPOLEON
Hé! Ik wil geen gezeur!
Ik heb genoeg aan mijn kop.
LODEWIJK
Ik zal kijken wat ik kan doen.
NAPOLEON
(grijpt Lodewijk vast)
Jij! Jij bent de baas!
LODEWIJK
Ik ben de baas.