De lijven
Geschreven door Heleen Verburg
vrouw b: Raak me niet aan!
vrouw a: Wie haar aanraakt, tik ik op zijn vingers!
Ik ben de enige die snapt wat ze bedoelt.
Wij hebben geen geheimen voor elkaar.
We zitten samen in de verste hoekjes te babbe¬len en niemand zal ooit weten waar ze het over hebben.
Want het is van ons.
vrouw b: Het was prettig.
Natte haren van de regen,
druppels over onze wangen.
Druppels die niet van ons waren.
Langs je hals
over je rug.
Niet tegenhouden,
langzaam laten lopen.
vrouw a: Ik hou van mijn vriendin.
Zij is het mooiste wat er is.
Als ik naar mezelf kijk,
denk ik getverderrie.
Soms wou ik weleens dat ik geen lichaam was.
Enkel gedachten.
En dat ik er wel was
maar dat niemand mij kon zien.
En dat ik heel hard kon lachen om stompzinnige gesprekken.
En dat niemand mij zou horen.
Het mooiste wat mij zou kunnen gebeuren
waar ik weleens van droom,
is dat iemand mij aankijkt,
man of vrouw,
langer dan twee seconden,
mij bekijkt van top tot teen,
zonder zo'n lachje van rottend vlees om zijn mond,
iemand die mij aan blijft kijken,
zonder bijbedoelingen,
en dan gewoon gedag zegt.
Ik wil graag altijd bij haar blijven, snap je.
Ze is mijn vriendin.
Ze kan alles beter dan ik.
Dat zegt ze en dat is ook zo.
Ik kan nog veel van haar leren.
Ik ben blij dat ik bij haar mag zijn.
TEGEN VROUW B
Zullen we zo alvast gaan beginnen?
vrouw b: Ik herinner me
de wind op onze huid
onze voeten in de berkebloesem
vochtige blaadjes tussen onze tenen.
We konden heel lang zitten op het grind.
Dan zoenden we
en dan zei hij zachtjes tegen me....
vrouw a: Jij bent het mooiste meisje van de hele wereld.
Dat vind ik, en dat is ook zo.
Ze zien ons gaan, de mensen.
Als we samen op de stoep staan, kijken ze naar haar.
En dan denk ik trots, dat is mijn vriendin.
Die hoort bij mij.
vrouw b: Hij aaide me over mijn rug.
Niet te hard, niet te zacht.
Zodat het kriebelde.
VROUW A PROBEERT HAAR RUG TE AAIEN.
vrouw b: Raak me niet aan!
vrouw a: Heb je ooit zo'n mooie rug gezien?
Als ze wisten wat er onder haar jurkje zat, dan zou iedereen haar smeken te blijven.
Zo mooi is ze.
Zo mooi.
vrouw b: Ik wil hier weg.
vrouw a: Waarom?
vrouw b: Ik vind het niet prettig als mensen naar me kijken.
vrouw a: Ze kijken omdat je het waard bent.
Als iemand je aankijkt, kijk je terug.
Dat is namelijk de bedoeling van je ogen.
vrouw b: Ik draai me niet om.
Ik wil naar buiten.
vrouw a: Ik heb gisteren iets ontzettend moois gezien.
Luister je?
vrouw b: .......
vrouw a: Wil je het niet weten?
vrouw b: ........
vrouw a: Een vlinder die helemaal gevangen zat in een spinnenweb. En de spin liet haar heel lang zit¬ten. Tot ze bijna niet meer bewoog. En toen kroop hij heel langzaam naar haar toe. En toen maakte hij met een zilveren draad een prop van die vlinder. En zo bewaart hij die vlinder. Als iets lekkers voor later.
Andere theaterteksten
Van Heleen Verburg
'Vaders en eieren' is een humoristische en poëtische eenakter. Een bedrieglijk simpel verhaaltje (een man en een vrouw worden verliefd en krijgen een ei) is de basis voor een stuk met een filosofisch thema’s als 'waar ben je voor je geboren wordt' en 'ben je voorbestemd om bepaalde ouders te hebben'. Een stuk vol onverwachte wendingen voor zowel kinderen als volwassenen.
Een man en een vrouw. Zij is tijdens de ramp haar dochtertje verloren, hij heeft indertijd als verantwoordelijke “verkeerd” gehandeld, en daardoor is een heel dorp ondergelopen. 50 jaar na de ramp ontmoeten ze elkaar bij een allang opgeheven bushalte.
Katharina Katharina wordt op een dag zo stampend kwaad over alle onrechtvaardigheid in haar leven dat ze door de vloer heen zakt en in een levend Ganzenbord belandt. Daar ontmoet ze de merkwaardigste figuren en zigzagt ze door haar eigen leven. Een fantasierijk droomcomplot, waarin niemand in een vakje past en iedereen wil winnen.
“Winterslaap” is een modern sprookje over een meisje (Jaap) dat met haar ouders in een hol woont. Uit angst voor de buitenwereld willen de ouders er nooit meer weg dus ze doen er alles aan om Jaap klein te houden. Dat lukt aardig totdat Jaap een vermoeden krijgt dat er buiten nog een heel ander leven is.
Absurd drama over een directrice van een nietjesfabriek die haar hele leven heeft gewerkt om de top te bereiken, maar die uiteindelijk het geluk niet heeft kunnen vinden. Ze besluit letterlijk haar hele hebben en houden uit het raam te gooien en maakt daarbij gebruik (of misbruik) van de ongekende fysieke mogelijkheden van een van haar arbeiders.
Een eigentijdse en eigenwijze versie van het overbekende sprookje. Petemoei mag dan kunnen toveren maar ze verlangt van Assepoes dat die er zelf ook wat voor doet voordat ze uiteindelijk nog lang en gelukkig mag leven met haar prins. Een ritmisch, humoristisch en lichtironisch stuk voor jong en oud over het geloven in en najagen van je dromen.
“De Dikke van Dale” geeft een kijkje in het hoofd van Johan Hendrik van Dale (1828-1872), de maker van het woordenboek, terwijl hij op zijn sterfbed ligt met ijlkoorts. Hij wordt omringd door zijn steeds weer zwangere vrouw, die hij opnieuw ten huwelijk vraagt aan de voet van zijn standbeeld in Sluis. Een mysterieuze man komt als doodsengel op bezoek en overbrugt de 19de eeuw naar het nu. Dat kan omdat "tijd niet bestaat in het onvergankelijke". Het leidt vaak tot komische situaties met absurd geestige woordspelingen.
Een groep jongeren heeft het plan opgevat om Richard III van Shakespeare op te gaan voeren. Gaandeweg krijgt het stuk hen zo in de greep dat toneel en werkelijkheid door elkaar heen gaan lopen. Een stuk over verwarring en rivaliteit.
Als de koning en de koningin een dochter krijgen lijkt hun geluk geen einde te kennen. Maar de koningin overlijdt als het meisje dertien is en de koning kan zijn verdriet niet te boven komen. In zijn wanhoop vraagt hij zijn dochter ten huwelijk maar het meisje weigert.
Twee broers, Kruk en Guichel, bevinden zich al 70 jaar op dezelfde plek. Hun dode moeder bindt hen aan die plek en daarom willen of durven ze er niet weg. Elke dag opnieuw proberen ze samen de eenzaamheid te verdrijven.
Alfred en Johannes werken al hun hele leven in een machine. Ze hebben geen idee waar die machine voor dient. Opeens heeft Johannes er genoeg van en hij wil weg, maar dat heeft grotere gevolgen dan hij had kunnen voorzien.
Een meisje staat bewegingsloos naast haar moeder. Ze ontploft bijna maar haar moeder wil niks van haar horen. Er komt een veger langs die zich afvraagt of het meisje dood is.
Een jongen en een meisje ontmoeten elkaar op het platte dak van een huis ergens in een verre vreemde stad. Ze worden verliefd op elkaar maar dat mag niet omdat hun families teveel verschillen. Daarom spelen ze samen hun gedroomde wereld.
Veerman Kommer vindt alles vervelend. Hij brengt mensen naar de overkant en weer terug, hij eet zijn brood en leest zijn krant, maar verder….blehhhh. Totdat hij op een dag ontdekt dat zijn krant leeft en dat lege potjes eigenlijk volle potjes zijn.
De Een en de Ander besluiten weg te gaan. De Rest blijft alleen achter. Maar willen ze wel echt iets nieuws?
Een vijfling zit al bijna hun hele leven te wachten voor de deur van hun ouderlijk huis. Hun moeder heeft hen ooit de deur uitgezet maar ze geven de hoop niet op ooit weer eens te worden binnen gelaten.
Drie broers hebben hun hele levenlang in een houtzagerij gewerkt. Het bedrijf is onder hun handen, maar met veel ruzie en geharrewar, groot geworden. Als twee van de broers in dezelfde week overlijden, blikt de derde terug op hun leven.