Gluurhuis
Geschreven door Heleen Verburg
Alleen bij Johannes begint er iets te knagen. Hoelang zitten ze daar nou wel niet en gaan ze daar nog hun hele leven blijven en waarvoor dient die machine eigenlijk? Hij begint te dromen over wat ze allemaal zouden kunnen gaan doen als ze er eens gewoon mee ophielden. Hij droomt over Grote Werken. Alfred vindt het allemaal wel best. Die stelt voornamelijk domme vragen, vindt Johannes. Op een dag belt de directrice. Ze vraagt of het wel goed met ze gaat en of ze even boven komen. Johannes vindt dat ze zo snel mogelijk weg moeten gaan. Alfred vindt de directrice heel lief en wil haar wel eens zien. Johannes besluit dat ze toch weggaan maar als blijkt dat dat helemaal niet kan omdat er geen uitgang is wordt hij woedend. Ze krijgen ruzie en Johannes valt en raakt zijn geheugen kwijt. Daardoor loopt de hele machinerie in het honderd want Alfred kan het niet alleen. Als tot overmaat van ramp ook de directrice ziek wordt, zijn de rapen gaar. Tot Alfred begrijpt hoe het zit: ze zitten ín de directrice!
Johannes: En nou is het genoeg!
Ze denken zeker dat ik mijn hele leven ga zitten vergooien in dit......
In deze.......
Ik ben toch niet op mijn achterhoofd gevallen.
Alfred: Nee, dat was ik.
Johannes: Wat?
Alfred: Ik snap het nog steeds niet. Je zit gewoon lekker en dan opeens.......ploink.
Een bult op mijn hoofd, daar kon je het hele Ijssel¬meer mee droogleggen.
Johannes: Stel je niet aan.
Alfred: Is het IJsselmeer groot?
Johannes: Ja.
Alfred: Was die bult groot?
Johannes: Ja.
Alfred triomfeert.
Johannes niest.
Johannes: En dan nog iets.
Als ze vandaag iets van me willen, dan doe ik het niet.
Alfred: Ik ook niet.
Maar ja, beloofd is beloofd.
Johannes: Beloofd is beloofd.
Alfred: (zingt)
Ik ben Alfred.
Zo is het maar net.
Overdag dan werk ik.
Maar 's nachts lig ik in bed.
En in het weekend ga ik naar mijn moeder
Want er is niemand op de hele wereld
Die zo lekker koffie zet
Als mijn moeder.
Johannes: Als we eens gewoon de boel de boel lieten.
Wat zou er dan gebeuren.
Alfred: We hebben een kontrakt getekend.
Johannes: Dat maakt niks uit. Als we weg zijn, kunnen ze ons toch niet meer vinden, want dan zijn we gewoon weg.
Alfred: Afspraken zijn afspraken.
Johannes: We kunnen de afspraak opzeggen.
Alfred: Dan hebben we geen geld.
Er valt geld uit de lucht.
Johannes telt het. Roept naar boven.
Johannes: Schoften!
Alfred: Schoften!
Johannes: Rotzakken!
Alfred: Rotzakken!
Johannes: Smerige uitbuiters!
Alfred: Smerige uitbuiters!
Ze zouden jullie op je kop in een emmer nat cement moeten zetten.
Hard laten worden.
Benen bij elkaar.
Touw erom.
Rondslingeren en hup het IJsselmeer in.
Johannes: Wat klets je nou allemaal.
Je weet niet eens tegen wie je het hebt.
Alfred: Jij weet toch tegen wie je hebt.
Johannes: Ja.
Alfred: Nou, dan is het toch goed.
(zingt) Mijn vader en mijn moeder
Die hielden van elkaar
Ze gingen liggen vrijen
En niemand vond het raar
Het zaadje van mijn vader
Dat nam een grote duik
Begon keihard te zwemmen
Door mijn moeders buik
Het eitje van mijn moeder
Dat zag het zaadje komen
En ze vond het zaadje goed
En ze zei tegen het zaadje
Kom maar binnen
dan gaan we samen groeien
En dat deden ze
Elke dag elke dag
En toen werd mijn moeder dik
En toen kwam ik.
Andere theaterteksten
Van Heleen Verburg
'Vaders en eieren' is een humoristische en poëtische eenakter. Een bedrieglijk simpel verhaaltje (een man en een vrouw worden verliefd en krijgen een ei) is de basis voor een stuk met een filosofisch thema’s als 'waar ben je voor je geboren wordt' en 'ben je voorbestemd om bepaalde ouders te hebben'. Een stuk vol onverwachte wendingen voor zowel kinderen als volwassenen.
Een man en een vrouw. Zij is tijdens de ramp haar dochtertje verloren, hij heeft indertijd als verantwoordelijke “verkeerd” gehandeld, en daardoor is een heel dorp ondergelopen. 50 jaar na de ramp ontmoeten ze elkaar bij een allang opgeheven bushalte.
Katharina Katharina wordt op een dag zo stampend kwaad over alle onrechtvaardigheid in haar leven dat ze door de vloer heen zakt en in een levend Ganzenbord belandt. Daar ontmoet ze de merkwaardigste figuren en zigzagt ze door haar eigen leven. Een fantasierijk droomcomplot, waarin niemand in een vakje past en iedereen wil winnen.
“Winterslaap” is een modern sprookje over een meisje (Jaap) dat met haar ouders in een hol woont. Uit angst voor de buitenwereld willen de ouders er nooit meer weg dus ze doen er alles aan om Jaap klein te houden. Dat lukt aardig totdat Jaap een vermoeden krijgt dat er buiten nog een heel ander leven is.
Absurd drama over een directrice van een nietjesfabriek die haar hele leven heeft gewerkt om de top te bereiken, maar die uiteindelijk het geluk niet heeft kunnen vinden. Ze besluit letterlijk haar hele hebben en houden uit het raam te gooien en maakt daarbij gebruik (of misbruik) van de ongekende fysieke mogelijkheden van een van haar arbeiders.
Een eigentijdse en eigenwijze versie van het overbekende sprookje. Petemoei mag dan kunnen toveren maar ze verlangt van Assepoes dat die er zelf ook wat voor doet voordat ze uiteindelijk nog lang en gelukkig mag leven met haar prins. Een ritmisch, humoristisch en lichtironisch stuk voor jong en oud over het geloven in en najagen van je dromen.
“De Dikke van Dale” geeft een kijkje in het hoofd van Johan Hendrik van Dale (1828-1872), de maker van het woordenboek, terwijl hij op zijn sterfbed ligt met ijlkoorts. Hij wordt omringd door zijn steeds weer zwangere vrouw, die hij opnieuw ten huwelijk vraagt aan de voet van zijn standbeeld in Sluis. Een mysterieuze man komt als doodsengel op bezoek en overbrugt de 19de eeuw naar het nu. Dat kan omdat "tijd niet bestaat in het onvergankelijke". Het leidt vaak tot komische situaties met absurd geestige woordspelingen.
Een groep jongeren heeft het plan opgevat om Richard III van Shakespeare op te gaan voeren. Gaandeweg krijgt het stuk hen zo in de greep dat toneel en werkelijkheid door elkaar heen gaan lopen. Een stuk over verwarring en rivaliteit.
Als de koning en de koningin een dochter krijgen lijkt hun geluk geen einde te kennen. Maar de koningin overlijdt als het meisje dertien is en de koning kan zijn verdriet niet te boven komen. In zijn wanhoop vraagt hij zijn dochter ten huwelijk maar het meisje weigert.
Twee broers, Kruk en Guichel, bevinden zich al 70 jaar op dezelfde plek. Hun dode moeder bindt hen aan die plek en daarom willen of durven ze er niet weg. Elke dag opnieuw proberen ze samen de eenzaamheid te verdrijven.
Twee vrouwen bevinden zich in hun oude klaslokaal. Vrouw B heeft een pijnlijke huidziekte waarvoor ze elke drie uur behandeld wordt door vrouw A. Er ontrolt zich een geschiedenis over verlangen en verstikkende vriendschap.
Een meisje staat bewegingsloos naast haar moeder. Ze ontploft bijna maar haar moeder wil niks van haar horen. Er komt een veger langs die zich afvraagt of het meisje dood is.
Een jongen en een meisje ontmoeten elkaar op het platte dak van een huis ergens in een verre vreemde stad. Ze worden verliefd op elkaar maar dat mag niet omdat hun families teveel verschillen. Daarom spelen ze samen hun gedroomde wereld.
Veerman Kommer vindt alles vervelend. Hij brengt mensen naar de overkant en weer terug, hij eet zijn brood en leest zijn krant, maar verder….blehhhh. Totdat hij op een dag ontdekt dat zijn krant leeft en dat lege potjes eigenlijk volle potjes zijn.
De Een en de Ander besluiten weg te gaan. De Rest blijft alleen achter. Maar willen ze wel echt iets nieuws?
Een vijfling zit al bijna hun hele leven te wachten voor de deur van hun ouderlijk huis. Hun moeder heeft hen ooit de deur uitgezet maar ze geven de hoop niet op ooit weer eens te worden binnen gelaten.
Drie broers hebben hun hele levenlang in een houtzagerij gewerkt. Het bedrijf is onder hun handen, maar met veel ruzie en geharrewar, groot geworden. Als twee van de broers in dezelfde week overlijden, blikt de derde terug op hun leven.