Monoloog voor een dood meisje
Geschreven door Heleen Verburg
Het meisje wil heel graag bewegen, maar het mag niet, want dan raakt haar moeder weer van streek. Ze is bang dat ze heel binnenkort iets heel onverwachts gaat doen of zeggen. En ja hoor, daar gebeurt het ook. Maar haar moeder negeert het. Het meisje verstijft.
Er komt een veger langs. Die vindt dat het meisje wel dood lijkt. Ze ziet een beetje wit, ze is koud. Hij vindt het zielig. De moeder zegt dat er zoveel dingen koud zijn en dat dat helemaal niet zielig is. De veger vertrekt en laat de moeder en dochter alleen achter. Moeder: leuke mensen hier, beetje druk.
Mag ik even wat zeggen.
Dit is mijn moeder.
Dat vind ik niet zo leuk.
Liever had ik een ding gehad
in plaats van een moeder.
Nu denkt zij dat ik dood ben.
Dat ben ik niet.
Ik doe alsof
om haar te pesten
begrijpt u.
Kijk, zo ben ik dus.
(tegen de veger)
moeder:
Het spijt me echt, meneer.
Ik zou willen dat het anders was.
meisje:
Zij hoort mij niet en dat moet maar zo blijven.
moeder:
Het is die herrie hè. Ik heb het overal.
Herrie in mijn hoofd.
Herrie in mijn handen.
Het is niet makkelijk om rust te vinden, me¬neer.
meisje:
Zij weet niet wat ik denk.
Zij weet niet wat ik zie.
Zij heeft geen weet van mijn kwajongensstreken.
Zij denkt geen slechte dingen over mij.
Maar o wat ben ik slecht.
En o wat kan ik veel vertellen
zonder mijn mond te openen
ook nog.
Ik ben knap,
dat weet ik zelf ook wel.
moeder:
Het doet ook vreselijk zeer.
Hier tussen mijn ogen.
meisje:
Ik verbied je alles, zegt mijn moeder.
Blijven zitten
Niet bewegen
Wachten tot ik klaar ben.
Ik ben zo klaar.
Dat is nu al een jaar of drie geleden.
moeder:
In het begin ging ik nog wel naar de dokter.
Maar die begreep me niet.
Ik zei, het zijn mijn oren niet.
Die herrie zit in mijn hoofd.
Niks mis met mijn oren.
Maar ja, zo'n man stuurt je door naar zo'n spe¬cialist.
Daar ben je dan weer een paar maanden zoet mee.
En daarna denk je. Laat maar. Ik los het zelf wel op.
meisje:
Ik heb ondertussen heel veel naar haar kunnen kijken.
Ze is niet mooi.
Ze heeft te dikke kuiten.
Haar achterwerk doet denken aan een hooiberg.
En zoals ze kijkt.....
Met al dat haar.
Dag mevrouw. U hebt een heel dom hoofd.
Zal ik dat gaan zeggen?
moeder:
Maar mij krijgen ze niet omver, meneer.
Ik heb al teveel meegemaakt.
Mijn eigen man stond me met knuppels op te wachten.
Maar ik heb me er doorheen geknokt.
We hebben het overleefd. Zij en ik.
We hebben het allebei overleefd.
(tegen het meisje)
Waarom ben jij ineens daar gaan staan?
Dacht je dat ik dat niet zou zien?
Ik ben wel oud, maar niet blind, snap je.
Altijd alles achter mijn rug.
Altijd.
Het zou vervelend zijn als je wegliep.
Dan blijf ik alleen.
En wat moet ik dan?
Dat moet je niet vergeten.
Trouwens, ze zou het niet redden.
Ze kan niet eens een half pond gehakt bestel¬len.
Nou, waar blijf je dan.
Je moet aardig zijn voor de mensen.
En lief naar ze lachen.
Ik moet er niet aan denken dat ze naar me toe¬komen en zeggen is die rotmeid van jou.
meisje:
Ik giechel wel een beetje
als ik denk aan al die koppen
die mij hebben aangestaard
alsof ik van glas was.
Ze is wel mooi,
maar niet zo in balans.
Dat hebben ze gezegd van mij.
Dat klopt ook wel.
Ik kijk heel aardig en heel zacht
maar ik heb stalen vuisten.
Andere theaterteksten
Van Heleen Verburg
'Vaders en eieren' is een humoristische en poëtische eenakter. Een bedrieglijk simpel verhaaltje (een man en een vrouw worden verliefd en krijgen een ei) is de basis voor een stuk met een filosofisch thema’s als 'waar ben je voor je geboren wordt' en 'ben je voorbestemd om bepaalde ouders te hebben'. Een stuk vol onverwachte wendingen voor zowel kinderen als volwassenen.
Een man en een vrouw. Zij is tijdens de ramp haar dochtertje verloren, hij heeft indertijd als verantwoordelijke “verkeerd” gehandeld, en daardoor is een heel dorp ondergelopen. 50 jaar na de ramp ontmoeten ze elkaar bij een allang opgeheven bushalte.
Katharina Katharina wordt op een dag zo stampend kwaad over alle onrechtvaardigheid in haar leven dat ze door de vloer heen zakt en in een levend Ganzenbord belandt. Daar ontmoet ze de merkwaardigste figuren en zigzagt ze door haar eigen leven. Een fantasierijk droomcomplot, waarin niemand in een vakje past en iedereen wil winnen.
“Winterslaap” is een modern sprookje over een meisje (Jaap) dat met haar ouders in een hol woont. Uit angst voor de buitenwereld willen de ouders er nooit meer weg dus ze doen er alles aan om Jaap klein te houden. Dat lukt aardig totdat Jaap een vermoeden krijgt dat er buiten nog een heel ander leven is.
Absurd drama over een directrice van een nietjesfabriek die haar hele leven heeft gewerkt om de top te bereiken, maar die uiteindelijk het geluk niet heeft kunnen vinden. Ze besluit letterlijk haar hele hebben en houden uit het raam te gooien en maakt daarbij gebruik (of misbruik) van de ongekende fysieke mogelijkheden van een van haar arbeiders.
Een eigentijdse en eigenwijze versie van het overbekende sprookje. Petemoei mag dan kunnen toveren maar ze verlangt van Assepoes dat die er zelf ook wat voor doet voordat ze uiteindelijk nog lang en gelukkig mag leven met haar prins. Een ritmisch, humoristisch en lichtironisch stuk voor jong en oud over het geloven in en najagen van je dromen.
“De Dikke van Dale” geeft een kijkje in het hoofd van Johan Hendrik van Dale (1828-1872), de maker van het woordenboek, terwijl hij op zijn sterfbed ligt met ijlkoorts. Hij wordt omringd door zijn steeds weer zwangere vrouw, die hij opnieuw ten huwelijk vraagt aan de voet van zijn standbeeld in Sluis. Een mysterieuze man komt als doodsengel op bezoek en overbrugt de 19de eeuw naar het nu. Dat kan omdat "tijd niet bestaat in het onvergankelijke". Het leidt vaak tot komische situaties met absurd geestige woordspelingen.
Een groep jongeren heeft het plan opgevat om Richard III van Shakespeare op te gaan voeren. Gaandeweg krijgt het stuk hen zo in de greep dat toneel en werkelijkheid door elkaar heen gaan lopen. Een stuk over verwarring en rivaliteit.
Als de koning en de koningin een dochter krijgen lijkt hun geluk geen einde te kennen. Maar de koningin overlijdt als het meisje dertien is en de koning kan zijn verdriet niet te boven komen. In zijn wanhoop vraagt hij zijn dochter ten huwelijk maar het meisje weigert.
Twee broers, Kruk en Guichel, bevinden zich al 70 jaar op dezelfde plek. Hun dode moeder bindt hen aan die plek en daarom willen of durven ze er niet weg. Elke dag opnieuw proberen ze samen de eenzaamheid te verdrijven.
Twee vrouwen bevinden zich in hun oude klaslokaal. Vrouw B heeft een pijnlijke huidziekte waarvoor ze elke drie uur behandeld wordt door vrouw A. Er ontrolt zich een geschiedenis over verlangen en verstikkende vriendschap.
Alfred en Johannes werken al hun hele leven in een machine. Ze hebben geen idee waar die machine voor dient. Opeens heeft Johannes er genoeg van en hij wil weg, maar dat heeft grotere gevolgen dan hij had kunnen voorzien.
Een jongen en een meisje ontmoeten elkaar op het platte dak van een huis ergens in een verre vreemde stad. Ze worden verliefd op elkaar maar dat mag niet omdat hun families teveel verschillen. Daarom spelen ze samen hun gedroomde wereld.
Veerman Kommer vindt alles vervelend. Hij brengt mensen naar de overkant en weer terug, hij eet zijn brood en leest zijn krant, maar verder….blehhhh. Totdat hij op een dag ontdekt dat zijn krant leeft en dat lege potjes eigenlijk volle potjes zijn.
De Een en de Ander besluiten weg te gaan. De Rest blijft alleen achter. Maar willen ze wel echt iets nieuws?
Een vijfling zit al bijna hun hele leven te wachten voor de deur van hun ouderlijk huis. Hun moeder heeft hen ooit de deur uitgezet maar ze geven de hoop niet op ooit weer eens te worden binnen gelaten.
Drie broers hebben hun hele levenlang in een houtzagerij gewerkt. Het bedrijf is onder hun handen, maar met veel ruzie en geharrewar, groot geworden. Als twee van de broers in dezelfde week overlijden, blikt de derde terug op hun leven.